1 Verwarm de oven voor op 180 “C. Rasp de schil van de sinaasappel en houd wat sliertjes achter ter garnering. Pers 1 helft uit. Klop de boter, het sinaasappelraspsel en de basterdsuiker in een kom tot een lichte, luchtige massa. Klop geleidelijk de eieren erdoor.

2 Meng in een andere korm het griesmeell, de amandelen en het bakpoeder en spatel dit met het sinaasappelsap door de sinaasappel botermassa. Schep het beslag in een ingevet bakblik van 20 cm doorsnee en bak de taart 30-40 minuten in de oven, of tot hij goed gerezen is en een prikker die u in het midden steekt er schoon uitkomt. Laat 10 minuten afkoelen in de vorm.

3 Verwarm voor de siroop het sinaasappelsap, de suiker en kardemompeulen al roerend in een pan tot de suiker is opgelost. Breng aan de kook en laat het mengsel 4 minuten zachtjes doorkoken, of tot het stroperig wordt.

4 Leg de taart op een diep taartbord. Maak met een prikker gaatjes in de bovenkant van de warme taart. Zeef de siroop boven een kom en schep hiervan driekwart over de taart. Laat de taart 30 minuten staan. Bestuif hem met poedersuiker en snijd hem in punten. Druppel wat van de resterende siroop eromheen, schep er een dot yoghurt naast en garneer met de achtergehouden sinaasappelsliertjes.