1. Vet een geribbelde taartvorm van 25 cm doorsnee in met boter, rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak en bekleed de taartvorm ermee; haal overtollig deeg van de rand. Prik de bodem in met een vork en zet de vorm onafgedekt 20-30 minuten i de koelkast. Verwarm de oven voor op 200 ̊C. Bekleed de bodem met bakpapier, leg er bakbonen op en zet hem 15 minuten op een voorverwarmde bankplaat in de oven. Verwijder het papier en de bonen . Verlaag de oventemperatuur tot 150 ̊C.

2. Doe de maïzena, suiker en geraspte citroenschil in ene pan. Roer met wat water tot een gladde pasta. Voeg geleidelijk de rest van het water en het citroensap toe. Breng al roerend aan de kook op middelhoog vuur. Laat 1 minuut zachtjes sudderen tot er een glad en glanzend mengsel ontstaat. Haal van het vuur. Klop een voor een de eidooiers en vervolgens de boter erdoor. Zet de pan in een kom koud water zodat de vulling afkoelt en schep hem dan op de taartbodem.

3. Klop voor de meringue de eiwitten tot zachte pieken. Klop geleidelijk de suiker erdoor en klop goed na iedere toevoeging. Verdeel de meringue over de vulling na iedere toevoeging. Verdeel de meringue over de vulling en maak er krullen in. Bestrooi met de basterdsuiker. Bak de taart 20-30 minuten, tot de meringue knapperig en licht goudbruin is (hij moet in het midden nog zacht zijn). Laat voor het serveren een beetje afkoelen.