1 Verwarm de oven voor op 180 C. Vet twee ronde bakvormen van 20 cm doorsnee in en bekleed de bodems met bakpapier. Doe voor het glazuur de chocolade, suiker, boter, melk en het vanille-extract in een pan met dikke bodem. Verhit langzaam al roerend tot het mengsel is gesmolten. Giet het in een kom en laat afkoelen. Laat afgedekt circa 1 uur in de koelkast afkoelen, of tot het een smeerbalre massa is.

2 Klop de boter en suiker in een kom tot een licht en luchtig mengsel. Klop geleidelijk de eieren erdoor. Roer de stroop en amandelen erdoor. Zeef het bakmeel, het zout en de cacao boven een andere kom en spatel dit door het botermengsel. Voeg eventueel wat water toe tot er een smeuïge pasta ontstaat.

Schep het beslag in de bakvormen en bak de taarten 30-35 minuten in de voorverwarmde oven, of tot ze stevig aanvoelen en een in het midden gestoken satéprikker er schoon uitkomt.

3 Laat de taarten 5 minuten rusten in de vormen, stort ze dan op een rooster en laat ze volledig afkoelen. Bestrij k 1 taart met de helft van het glazuur en leg de andere taart erop. Bestrijk de bovenkant en de randen van de taart met de rest van het glazuur. Versier de glazuurlaag door er cirkels in te maken.

Eet smakelijk!