1. Doe de vruchten in een pan met 3 eetlepels van de suiker en laat ze 5 minuten zachtjes sudderen; roer regelmatig. Neem de pan van het vuur.

2. Zeef de bloem boven een kom en voeg de gemalen hazelnoten toe. Wrijf met uw vingertoppen de boter erdoor tot het deeg op broodkruim lijkt. Zeef de rest van de suiker erboven. Meng het citroenraspsel, de eidooier en 3eetlepels van de melk erdoor. Kneed het deeg kort op een met boem bestoven werkvlak. Rol het in plasticfolie en laat 30 minuten opstijven in de koelkast.

3. Verwarm de oven voor op 190˚C. Vet een taartvorm van 20 cm doorsnee in met boter. Rol twee derde va het deeg uit tot een lap van 5 ,m en bekleed daar de bodem en zijkanten van de vorm mee. Schep de vruchten erin. Bestrijk de randen met water, rol dan de rest van het deeg uit en bedek de taart ermee. Druk de randen met water, rol dan de rest van het deeg uit en bedek de taart ermee. Druk de randen aan en snijd ze bij. Maak 2 sneetjes in de bovenkant en decoreer de taart met 2 blaadjes die u uit de deegrestjes snijdt. Strijk de rest van de melk erover. Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven.