Biscuitgebak

1 Verwarm de oven voor op 180 “C. Vet 2 ronde taartvormen van 20 cm doorsnee in en bekleed ze met bakpapier.

2 Klop de boter met de suiker in een beslagkom met een houten lepel of elektrische mixer tot een licht en luchtig mengsel. Voeg de eieren beetje bij beetje toe en klop goed na elke toevoeging.

3 Zeef het bakmeel met het zout boven de kom en schep ze voorzichtig door het mengsel met een metalen lepel. Verdeel het beslag over de vormen en strijk de bovenkanten glad. Zet de vormen naast elkaar in het midden van de voorverwarmde oven en bak ze 25-30 minuten, tot ze goed gerezen en goudbruin zijn en de randen loskomen van de vorm.

4 Neem de vormen uit de oven en laat ze 1 minuut rusten. Maak de taarten los van de vorm door met een mes langs de rand te gaan. Haal ze uit de vormen en leg ze op een schone theedoek. Verwijder het bakpapier en keer ze om boven een rooster (zo snijdt het rooster niet in de bovenkant van de taarten). Laat de taarthelften volledig afkoelen en bestrijk er dan 1 met jam. Leg de andere helft erop en bestrooi hem met de suiker.